In de discussie over verjaring zijn de feiten bepalend. Immers, het verschil tussen bezit en houderschap bepaalt na verloop van tijd of een stuk grond, al jaren in gebruik bij een derde, ook door middel van verjaring in eigendom is overgegaan. Of, preciezer gezegd, of de eigenaar zijn recht om het bezit terug te kunnen vorderen, heeft verloren. Als er geen sprake is van bezit maar houderschap, dan kan de eigenaar een einde maken aan dat houderschap en zelf de zaak weer volledig onder zich nemen.
Een van de uitingsvormen van houderschap is de bruikleen. In zijn advies aan de Hoge Raad breekt PG Wissink een lans voor gemeenten, die te kampen hebben met illegaal grondgebruik en verjaring en met behulp van de bruikleen hun bezit terug willen. Juist voor gemeenten is deze rechtsfiguur belangrijk, vindt Wissink. Lees verder